.Wandelen door grote steden, zitten op een terras, mensen kijken.  Mooie vrouwen in te blote zomerkleding, de witte winterhuid duidelijk zichtbaar.Luchtige wapperende rokjes, zweem van parfum. Wishhhhhhhh ,parfum die je riep, ook nadat de dames al lang en breed vertrokken waren.

Mannen op foto's ,levensgroot hangend in modewinkels. Zwoel kijkend vanaf hun papieren plek. Aan het plafond gekluisterd met dunne nylon draden. Verwachtingsvol deinend op de lucht van de airco. Over een tijdje worden de draadjes achteloos doorgeknipt, worden de zwoele blikken verfrommeld en in de papierbak gegooid, taak volbracht, tijd voor nieuwe verleiding.

Bijzondere muziek, trompetgeschal vanuit de verte. Op zoek naar wie die muziek maakt. 3 tandeloze muzikanten, kleine ongeschoren mannetjes, zigeunertypes. Hun donkere blikken flitsen heen en weer, naar elkaar en naar de voorbijgangers. Ongewassen kleding, hun uiterlijk in schril contrast met de vrolijke muziek. Ze keek , de donkere blikken hielden haar vast ,bedreigend gevoel, snel wegkijken en doorlopen.

Ogen dicht en luisteren naar zacht gepraat op een volgend terras, als een muziekstuk, soms gefluister, soms klaterend gelach. Een ouder echtpaar zit naast haar, zwijgzaam, zwijgend te-saam, zoals altijd waarschijnlijk. Gerinkel van hun draaiende lepels tegen koffiekopjes, irritant  vrolijk en luid, uit de maat. Gekraak van goedkope koekjes tussen steradent gebitten. Geklak van foute , veel te hoge hakken, aanzwellend, wegstervend.