De vuurdans van de herfst.
Knettert en knispert.
Dooft af en toe door een plens water.
Maar laait dan weer genadeloos op.
Verkleurt, verandert, de omgeving.
Kleuren worden voller,
Scharlaken rood en diepbruin.
Brandt in volle glorie.
Draait en tolt door stille wegen.
Zoekt en voelt, kermt en stormt.
 
Wervelende wind zoekt rust maar vindt het niet,
De warme kleuren stralen,
De omgeving heeft de warmte heeft opgenomen
 
Rust, in een bubbelbad met warm water
Het vuur dooft,
Ssssssshhh.
Niet bestand tegen zoveel liters vocht.